Home
>
Blog
>
De IDOLOGIE van Francis Bacon

De IDOLOGIE van Francis Bacon

door

Mieke Mosmuller

15-07-2020 7 commentaren Print!

We moeten de werkelijke betekenis van zijn vier soorten idolen goed begrijpen! Het is een grote uitdaging voor ons onderscheidingsvermogen, om te begrijpen wat Bacon goed ziet en waar hij ons in verwarring brengt. Het principe van zijn filosofie is: Accepteer geen principes. Volg alleen de gegevens van de waarneming en leg er geen gedachten in. Hij levert strijd met het denken op zich. Maar bij verlies van het denken op zich wordt de mens een slaaf van de dingen. Dat zien we nu, vier eeuwen later langzaam ontstaan. De filosofie van Bacon heeft ‘zich in alle rust een weg gebaand naar die geesten die er geschikt voor zijn’. Mogen er geesten zijn die er ONGESCHIKT voor blijken te zijn!

Uit zijn NOVUM ORGANON

XXXV. Alexander Borgia zei over de expeditie van de Fransen in Italië dat ze met krijt in hun handen kwamen om hun verblijven te markeren, en niet met wapens om hun doorgang te forceren. Precies zo willen we dat onze filosofie zich in alle rust een weg baant naar die geesten die er geschikt voor zijn, en van goeden huize komen; want we hebben geen behoefte aan onenigheid waar we verschillen in de eerste principes, en in onze begrippen, en zelfs niet in onze vormen van manifestatie.

XXXVI. We hebben slechts één eenvoudige methode om onze gevoelens te laten horen, namelijk dat we de mensen moeten brengen naar bijzonderheden en hun regelmatige reeksen en volgorde, en dat ze voor een tijdje afstand moeten doen van hun begrippen, en een begin moeten maken met het vormen van een kennismaking met de dingen.

XXXVIII. De idolen en valse begrippen die het menselijk begrip reeds hebben beziggehouden en die diep ingeworteld zijn, bezetten niet alleen de geesten van de mensen zozeer dat ze moeilijk toegankelijk worden, maar zelfs wanneer toegang wordt verkregen, zullen ze ons weer tegemoet treden en ons lastig vallen in de inrichting van de wetenschappen, tenzij de mensheid zich, wanneer ze gewaarschuwd wordt, met alle mogelijke zorg tegen hen wapent.

XXXIX. Vier soorten idolen overspoelen de menselijke geest, waaraan we (ter onderscheiding) namen hebben toegekend, en wel hebben we de eerste Idolen van de stam, de tweede Idolen van de herberg, de derde Idolen van de markt, de vierde Idolen van het theater genoemd.

XL. De vorming van begrippen en axioma's op het fundament van de ware inductie is het enige passende middel om deze idolen af te weren en te verdrijven. Het is echter van groot nut om er op te wijzen; want de leer van de idolen heeft dezelfde relatie tot de interpretatie van de natuur als die van de verwarring van de drogredenen doet met de gemeenschappelijke logica.

XLI. De idolen van de stam zijn inherent aan de menselijke natuur en aan de stam of het mensenras zelf; want de zin van de mens wordt ten onrechte beweerd de standaard van de dingen te zijn; integendeel, alle waarnemingen van zowel de zintuigen als het verstand hebben betrekking op de mens en niet op het universum, en het menselijk verstand lijkt op die ongelijke spiegels die hun eigen eigenschappen doorgeven aan verschillende objecten, waaruit stralen worden uitgestraald en die deze vervormen en vervormen.

XLII. De idolen van de herberg zijn die van elk individu; want iedereen heeft (naast de fouten die het mensenras gemeen heeft) zijn eigen individuele herberg of grot, die het licht van de natuur onderschept en corrumpeert, hetzij vanuit zijn eigenaardige en individuele aanleg, hetzij vanuit zijn opvoeding en omgang met anderen, hetzij vanuit zijn lectuur, en het gezag dat verworven is door hen die hij vereert en bewondert, hetzij vanuit de verschillende indrukken die op de geest worden overgebracht, zoals die toevallig bezig en vatbaar is, of gelijkmoedig en rustgevend, en dergelijke;, zodat de geest van de mens (volgens zijn verschillende disposities), veranderlijk is, verward, en als het ware door toeval in werking wordt gesteld; en Heraclitus zei goed dat de mens op zoek is naar kennis in mindere werelden, en niet in de grotere of gewone wereld.

XLIII. Er zijn ook idolen die gevormd worden door de wederzijdse omgang en samenleving van de mens met de mens, die we idolen van de markt noemen, uit de handel en de vereniging van mensen met elkaar; want de mensen converseren door middel van taal, maar woorden worden gevormd door de wil van de algemeenheid, en er ontstaat uit een slechte en onaangepaste woordvorming een wonderlijke obstructie van het verstand. Evenmin kunnen de definities en verklaringen waarmee geleerde mannen zich in sommige gevallen willen wapenen en beschermen zich een volledige remedie veroorloven — woorden dwingen nog steeds duidelijk het begrip af, gooien alles in de war en leiden de mensheid in ijdele en ontelbare controverses en drogredenen.

XLIV. Tot slot zijn er idolen die in de hoofden van de mensen zijn geslopen uit de verschillende dogma's van eigenaardige filosofische systemen, en ook uit de perverse regels van de manifestatie, en die noemen we idolen van het theater: want we beschouwen alle filosofische systemen die tot nu toe werden ontvangen of verbeeld, als even zovele toneelstukken die werden uitgebracht en opgevoerd, en die fictieve en theatrale werelden creëerden. We spreken ook niet alleen over de huidige systemen, of over de filosofie en de sektes van de ouden, aangezien tal van andere toneelstukken van vergelijkbare aard nog steeds kunnen worden geschreven en met elkaar in overeenstemming kunnen worden gebracht, waarbij de oorzaken van de meest tegenstrijdige fouten over het algemeen hetzelfde zijn. Ook hier verwijzen we niet alleen naar algemene systemen, maar ook naar vele elementen en axioma's van de wetenschappen die door de traditie, impliciete geloofsovertuiging en veronachtzaming verstrikt zijn geraakt. We moeten echter elke soort idolen vollediger en duidelijker bespreken om het menselijk begrip daartegen te beschermen.

Mieke Mosmuller

De IDOLOGIE van Francis Bacon door Mieke Mosmuller

Geef uw commentaar





* Commentaren worden vóór plaatsing beoordeeld op hun inhoud. Commentaren met grove, discriminerende, racistische, beledigende, gewelddadige en/of kwetsende uitlatingen worden niet geplaatst. Een ieder die deze regels niet in acht neemt kan, zonder opgaaf van redenenen, worden geblokkeerd.
Commentaren
  • Van @

    https://www.nouvelle-alliance.eu/das-erbe-der-gewalt-die-kunst-des-friedens-das-drama-der-erkenntnis/world-art-forum-die-ersten-tage-der-menschheit/

    Dem Weltkrieg und der Weltzerstörung ist jene Macht gewachsen, die über die „Universitas“ verfügt, das Vermögen, sich dem „Einen“ („unum“) „zuzuwenden“ („vertere“). Im Gestalten ihrer „Universitas“ erfüllen die an den Universitäten, Hochschulen, Akademien und verwandten Einrichtungen Tätigen deren weltgeschichtliche Aufgabe. Nach Jahrhunderten der Menschvergessenheit, der Verdrängung des Humanen ist das wahre Bild des Menschen nach dem Motto Bacons „Justitiae debetur, quod homo bomini sit Deus, non lupus“ (De dignitate et augmentis scientiarum, libri novem, XX Justitia) als kosmopolitisches Ideal neu zu fassen.
    • Van Mieke Mosmuller @
      Das Motto ist sehr alt, es wurde von Ovidius bereits in anderen Worten gesagt, wie in dieser Aussage klar wird: Contra ius naturale est, ut homo hominem sine aliqua causa aversetur. “non enim homini homo lupus est, ut ait Ovidius, sed homo”. (Francisco de Vitoria, 1483-1546)
      Und Erasmus von Rotterdam, 1466-1536: Ἄνθρωπος ἀνθρώπου δαιμόνιον.
      Aber bei Bacon findet man auch diese Stelle:
      To countenance private injuries, indeed, disturbs and pollutes the clear streams of justice, as it were, in the brook; but unjust and great public sentences, which are afterward drawn into precedents, infect and defile the very fountain of justice. For when once the court goes on the side of injustice, the law becomes a public robber, and one man really a wolf to another.
      Es scheint mir beides möglich: Der Mensch als Gott (nach Erasmus ist das jedesmal, wenn man als Wohltäter wirkt, auch im Kleinen) oder der Mensch als Wolf, wenn das Unrecht leitend wird.
  • Van @
    Ich bin sehr dankbar für Ihre Texte, die die Entwicklung des Denkens in den verschiedenen Zeiten und Jahrhunderten beschreiben, denn so wächst auch das Verständnis dafür, welche Schritte in der heutigen Zeit zur Entwicklung des Denkes am Platze sind.
  • Van Michiel Suurmond @
    XLI en XLII lijken op een soort (kentheoretische) bescheidenheid ten opzichte van de natuur te wijzen. Terecht, zou je zeggen, want hoe gemakkelijk draperen we 'ons' begrippenapparaat niet over haar heen en doen we haar daarmee onrecht.
    Maar als je dan weet wat Bacon zelf over de omgang met de natuur schreef, bijvoorbeeld in Nova Atlantis, dan krijg je een heel ander beeld. Daar wordt de natuur gevormd (vervormd) naar wat het comfort voor de mensen vraagt, wordt ze gevormd (vervormd) naar 'behoeften' en fascinaties.
    Dus eerst wordt de mens (armzalig schepsel, je hoort de spot) uit de natuur geworpen, van de natuur vervreemd (wat op zichzelf ook aan z’n vrijheid, zelfstandigheid, emancipatie kan bijdragen) en daarna gaat hij haar 'van buiten' te lijf.
    Novalis en Goethe hadden een antwoord. De volgende regels komen uit: Goethe, Faust I, Nacht:

    'Geheimnisvoll am lichten Tag
    Läßt sich Natur des Schleiers nicht berauben,
    Und was sie deinem Geist nicht offenbaren mag,
    Das zwingst du ihr nicht ab mit Hebeln und mit Schrauben.'

    Ze kán het wel, iets deinem Geist openbaren. Onder welke voorwaarden zou ze dat doen? Een citaat uit Mieke Mosmuller, Zoek het Licht dat opgaat in het Westen (1994):
    ‘Doordat in het gewone bewustzijn de denkkracht verstomt, beleven wij ons met ons denken in onszelf en buiten de wereld, tegenover de wereld. Zo ontgaat ons dat de in ons levende vorm tevens de buiten ons levende vorm is.
    Als de denkkracht begint te spreken, aanschouwen we dat die kracht levend de werkelijkheid vormt, en tevens onze begrippen vormt en belicht. De vorm die in ons denken als kategorieën leeft, is reëel wat in onze geest deel heeft aan de wereld, al ontlenen wij het niet aan deze wereld, maar aan onze geest. Door de sprekende denkkracht worden de begripskategorieën tot sleutel op de deur die geest en wereld scheidt.’
    • Van Jonathan Townsend @
      I am lost already at point XLI, for if the Idols of the Tribe indicate that our perceptions "bear reference to man and not to the universe" how are we to "follow the data of perception" (M.M.) to the true nature of the universe?
      • Van Mieke Mosmuller @
        I have understood it so: that man has to learn to keep his idols of the tribe, the cave, the marketplace and the theater out of his science. But because these idols are the only way to think, he must learn not to think at all. Yes indeed, I am also lost there. But I think there is a need to see, how the scientists came to the point of evidence based protocols. And so on...
  • Van @
    Wanneer de blikrichting / stand van de ogen in het gelaat van Bacon natuurgetrouw zijn weergegeven, 'is er iets' zogezegd met zijn verhouding tot de toekomst........